878 3° DECEMBER, 1920. worden gezien. Burgemeester en Wethouders zullen dan van de gegevens van den heer Haaiman gaarne gebruik maken. De heer HAALMAN denkt niet, dat de H. O. hier zal worden afgeschaft. Uit hetgeen de heer H o r n i x heeft gezegd, blijkt volgens spr., dat deze de zaak niet voldoende onder de knie heeft. Het is onmogelijk het vast te stellen bedrag uit den H. O. te schatten. Spr. betuigt voorts zijn dank voor de gedane toezeggingen en hoopt, dat zij gestand zullen worden gedaan. Wat den toestand aan de bewaar scholen betreft, deze is reeds voldoende door zijn partij genoot M e ij v i s aangetoond. Zelfs wanneer dit geval alleen stond, was de subsidie-regeling al niet nagekomen. Spr. heeft met zijn motie in zake oprichting van een bad- en zweminrichting de bedoeling, voorstellen uit te lokken om in dit gemis te voorzien hij zal thans echter genoegen nemen met hetgeen er in dien geest zal worden gedaan. De heer FEBER zegt, dat het niet zijn schuld is, dat de ontwerp-verordening op het gebruik van openbaren gemeente grond en water nog niet is ingediend, hoewel zij reeds lang gereed is. In de eerstvolgende vergadering echter zal zij aan de goedkeuring van den Raad worden onderworpen. Spr. heeft de verordening niet in het hoofd en zal niet op details ingaan. Den heer H o r n i x zal spr. niet antwoorden, daar de heer Haaiman zulks reeds voldoende heeft gedaan. De heer HORNIX verklaart den heer Haaiman niet begrepen te hebben. De VOORZITTER wil nog even terug komen op het georga niseerd overleg. Er is geen aandrang gepleegd op verandering in de methode de organisaties hebben zich mondeling en schrif telijk kunnen uiten. Spr. heeft den heer F. Schrauvven niets verboden, doch diens wijzigingsvoorstel is niet ingekomen. De heer CERUTTI vestigt de aandacht op het Westelijk gedeelte der gemeente, dat geheel van tramverkeer verstoken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 878