882 3o DECEMBER 1920. en Wethouders uit een desbetreffend voorstel bij den Raad in te dienen en gaat over tot de orde van den dag." De heer KLUFT zou liever zien, dat de kleine vergoeding en het bewijs er uit werden gelaten, anders krijgt men daar door onaangenaamheden met de politie en kan men dage lijks processen-verbaal tegemoetzien. De heer MEIJV1S is het in zoover met den heer Kluft eens, dat de hengelaars niet zooveel kunnen betalen. Het is echter de bedoeling alleen hengelaars toe te laten en dan nog wel met bewijs. De VOORZITTER is van meening, dat de motie zonder wijziging in handen var, Burgemeester en Wethouders kan worden gesteld om prae-advies. De lieer KORTEWEG wil ook „visschers" in de motie opnemen. Besloten wordt de motie te stellen jn handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde de be handeling van een motie van den heer F. Schrauvyen, luidende als volgt „De Raad der gemeente Breda van oordeel, dat nu de nieuwe Arbeidswet tal van bedrijven tot de invoering van de 45-urige werkweek verplicht, ook de arbeidstijd der arbeiders in dienst der gemeente Breda moet worden ge regeld op den grondslag van een 45-urige werkweek, besluit dat het Werklieden-Reglement dienovereenkomstig moet worden en gewijzigd gaat over tot de orde van den dag." De VOORZITTER deelt mede, dat Wethouder Moll reeds eenigen tijd geleden daaromtrent in het College een voorstel heeft gedaan, hetwelk Burgemeester en Wethouders binnenkort met mededeeling van hun gevoelen bij den Raad

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 882