3<) DECEMBER 1920.
88.5
het
1 ij k
i n g
stem-
het
wet-
Ge-
de
zijn
een
Art. 23. Raadsverslag.
In verband met hetgeen bij de algemeene beschouwingen
was opgemerkt, werd verzocht hier een memorie-post uit te
trekken en de omschrijving van den post te wijzigen.
ANTWOORD
Verwezen wordt naar het desbetreffend antwoord hiervoor
bij de algemeene beschouwingen gegeven.
Dg heer HAALMAN vindt, dat de memoriepost er komen
moet, Spr. heeft dat vanmiddag breedvoerig toegelicht; hij
wenscht thans een voorstel in dien geest te doen.
De heer HORN1X is het met de zienswijze van den heer
Haaiman eens.
De VOORZITTER wijdst er op, dat er thans al een verslag
is, n.l. de notulen.
De heer HAALMAN zegt dit niet te bedoelen.
De VOORZITTER betoogt de onmogelijkheid om daags
11a de raadsvergadering een analytisch verslag gereed te
hebben.
De heer HAALMAN vindt, dat ook niet noodig, als het
verslag er maar binnen enkele dagen is. Van de plaatselijke
bladen kan men met het oog op de plaatsruimte geen breed
voerig verslag vergen.
De VOORZITTER meent, dat het niet op den weg der
gemeente kan liggen ten behoeve van de pers een verslag
te doen maken. Afgezien nog van de duurte der notulen,
zou het bovendien dubbel werk zijn.
De heer MOLL kan zich met de zienswijze van den heer
Haaiman niet vereenigen, daar dit niet in het belang is