886
30 DECEMBER 1920
der bezuiniging. Wanneer we een verslag van de pers heb
ben en we krijgen na 4 a 5 dagen nog een officiëel verslag,
wie zal dat dan nog koopen. Spr. is er van overtuigd, dat
we met de exemplaren zullen blijven zitten.
De heer HORN1X wijst op andere plaatsen, waar zoo'n
raadsverslag nuttig werkt o.a. Venlo.
De heer LIJDSMAN zegt te weten, dat het daar toet 1
Januari a.s. wordt afgeschaft.
De heer KLUFT deelt mede, dat men hetzelfde deed in
den Bosch wegens de hooge kosten.
De heer MOLL is van meening, dat zulk een verslag voor
de gemeente een financiëelen strop zal worden.
De VOORZITTER vreest, dat zoo'n verslag te laat zal
komen, de pers zal het steeds vóór zijn spr. kan zich dan
ook het nut daarvan niet voorstellen. Bij de Tweede Kamer,
waar men over de Landsdrukkerij kan beschikken, is het iets
anders, maar dat is een zeer kostbare installatie. Spr. be
grijpt niet goed, wat de heer Haaiman eigenlijk wil.
De heer HAALMAN zegt, dat het de bedoeling is, dat
hetgeen hier behandeld wordt in breeder vorm komt bij de
gemeentenaren. Wil men liever de post „drukwerk" ver-
hoogen, dan is dat hem ook goed; de hoofdzaak is, dat de
bevolking beter wordt ingelicht, b.v. door een verslag in
courant-vorm.
De VOORZITTER vraagt zich af, wie zoo iets zal koopen
2 a 3 dagen na de vergadering.
De heer KORTEWEG acht het niet wenschelijk voor
Breda. Hij kan niet met het voorstel-H aalman meegaan.
De VOORZITTER vindt, dat men het onmiddellijk volgend
raadsverslag maar aan de pers moet overlaten; van gemeente»