30 DECEMBER 1920. 889 gezien het nut van de instandhouding der Burgerwacht niet kon worden ingezien. In meerdere afdeelingen werd aangedrongen op het doen van rekening en verantwoording door het Bestuur dei- Burgerwacht van de door de gemeente beschikbaar.gestelde gelden ANTWOORD Ook in verband met hetgeen dienaangaande van hooger- h&nd is geregeld, bestaat er geen aanleiding dezen post te schrappen. Aan het doen van rekening en verantwoording van de door de gemeente beschikbaar gestelde gelden zal de aan dacht worden geschonken. De heer HAALMAN vraagt stemming over deze post. De post wordt hierop in stemming gebracht en aangenomen met 12 tegen 3 stemmen. Vóór stemden de heeren-K a n t e r s, Kor te weg, Moll, L ij d s m~a n, H o r n i x, Kluft, van D ij k, Loomans, Bogmans, van Groenendael, Clement en Feb er. Tegen waren mevrouw N e v e-R e i n t j e s en de heeren M e ij v i s en Haaiman. Art. 11. De heer MOLL klaagt erover, dat de leden van de nieuwe Politie-organisatie welke naast de bestaande is opge richt door die andere worden geterroriseerd. Spr. wenscht daartegen te protesteeren en verzoekt maatregelen te willen nemen tot bestrijding. 'De heer KLUFT vraagt of het niet mogelijk is, de ver keersagenten bij slecht weer in de gelegenheid te stellen een regenjas aan te trekken. De VOORZITTER zegt, dat in hetgeen de heer Kluft vraagt reeds voorzien is. Wat de klacht van den heer Moll

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 889