3o DECEMBER 1920. betreft, zegt spr. reeds daarmede bekend te zijn. Bij infor matie is gebleken, dat door sommige georganiseerden ten aanzien van de leden der nieuwe vereeniging niet die vrijheid van organisatie werd toegepast, die zij voor zich zelf wen- schen. Er zijn echter maatregelen tegen genomen, b.v. elke propaganda in de posthuizen enz. is verboden. Zelfs was door de leden der neutrale organisatie verboden om te spreken met de Katholiek-georganiseerden. Spr. heeft daar over zijn afkeuring uitgesproken. Thans is deze scherpe hou ding wel wat aan het luwen. De heer HAALMAN zegt, dat als die houding inderdaad zoo mocht blijken te zijn als de V o o r z i 11 e r heeft mede gedeeld en spr. heeft geen reden daaraan te twijfelen dan wenscht hij .die hier in 't openbaar af te keuren. Spr. meent echter toch, dat men bij dergelijke zaken eenigszins voorzichtig moet zijn en ze niet alleen bij de eene partij, maar ook van den anderen kant moet onderzoeken. Hem hebben klachten bereikt over het gedrag van een der leeraren aan den ontwikkelings-cursus tegenover leden van den bond van Politie-personeel. Hierdoor komt wrijving en de goede geest lijdt eronder. Spr. zou willen dat daaraan een einde werd gemaakt en hoopt dat de Voorzitter de klachten van beide zijden consciëntieus zal onderzoeken. De heer KORTEWEG vraagt, hoe de levering van kleeding en uitrusting geschiedt. De heer MOLL brengt enkele feiten ter kennis van de vergadering o.a. dat de leden van den Ned. Bond hun Ka tholieke collega's bij een worstelpartij in de steek zouden laten. Zelfs is er tegen een werkvrouw gezegd „Ben je Ka tholiek, dan moet je eruit." De VOORZITTER antwoordt den heer Korteweg, dat voof de leverantie wordt ingeschreven juist hedenmorgen is de zaak behandeld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 890