30 DECEMBER 1920.
891
De heer KORTEWEG heeft gehoord, dat het niet goed
gebeurd isde gemeente zou zich daarbij een nadeel van
f 1000.hebben gedaan. Spr. zal hierop bij de rondvraag
terugkomen.
De VOORZITTER deelt mede, dat hij in overweging
heeft genomen, om de post voor den ontwikkelingscursus niet
te handhaven, omdat eenige deelnemers ongepast over een
der leeraren den staf meende te mogen breken. Spr. is ab
soluut op de hoogte met de klachten, welke over den leeraar
zijn geuit, het is onnoodig, die nader te onderzoeken. De
leeraar staat hoog aangeschreven bij justitie en rechtbank
en het gaat niet aan om, wanneer een cursus wordt inge
steld, waarbij de agenten zoodanig in de gelegenheid worden
gesteld hun positie te verbeteren, te zeggen wij doen er
op gronden daarbuiten gelegen niet aan mee. Den heer Mol 1
antwoordt spr., dat voor de uitlatingen van enkele personen
de Ned. Bond niet aansprakelijk kan worden gesteld.
De heer HAALMAN zegt met genoegen akte te hebben
genomen van de diverse mededeelingen. Spr. legt er den
nadruk op, dat de heer Moll heeft gezegd, dat de nieuwe
organisatie naast en niet tegen de bestaande is opgericht.
Brandweer.
De heer HAALMAN vindt de vergoeding ad f 2.aan
de brandwachten voor een geheelen avond wel wat weinig.
Hij geeft daarom in ernstige overweging, dat bedrag te ver-
hoogen.
De heer KORTEWEG zag die vergoeding liever op be
langhebbenden verhaald.
De heer FEBER wijst er op, dat de wet zulks verbiedt.
Hoofdstuk IV wordt alsnu goedgekeurd.
HOOFDSTUK V.
Art. 8 en 9. Warenwet.
In eene afdeeling werd er opgewezen, dat in de begrooting