898 3° DECEMBER 1920. ANTWOORD Ons College stelt zich voor, bij de aanbieding der eerst volgende begrooting het hier gevraagde overzicht aan den Raad over te leggen. Art. i, letter x. De heer HAALMAN wijst er op, dat de post betreffende de leening groot f 2.000.000, rentende 6 zal moeten worden verhoogd. De heer FEBER verklaart, dat bij het opmaken van de begrooting nog geen resultaten van die leening bekend waren. Art. 6. Kasgeldleeningen. Door een lid werd er op aangedrongen om zoo weinig mogelijk tijdelijke kasgeldleeningen te sluiten, hetgeen ge deeltelijk ware te vermijden door eene vroegere uitreiking van de aanslagbiljetten van den Hoofdelijken Omslag. ANTWOORD Het ligt ook in de bedoeling van ons College zoo weinig mogelijk tot het sluiten van tijdelijke kasgeldleeningen over te gaan. Er zijn echter omstandigheden, die het afsluiten van zoodanige leeningen onvermijdelijk maken. De regeling van de aanslagen in de plaatselijke directe» belasting naar het inkomen wordt zooveel mogelijk bespoedigd. Hoofdstuk XII wordt alsnu goedgekeurd. HOOFDSTUK XIII. Art. 5. Loon zieke werklieden. Opgemerkt werd, dat bij de omschrijving van dezen post geen rekening is gehouden met het nieuwe „werklieden reglement". ANTWOORD Aan het hier geopperde bezwaar is tegemoet te komen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 898