30 DECEMBER 1920. 90? den heer A. Groenendaal met ingang van voormelden datum eervol ontslag te verleenen als directeur van dat bedrijf onder dankzegging voor de bewezen diensten. Dienovereenkomstig wordt besloten. 20. De VOORZITTER stelt vervolgens aan de orde een voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van het pand aan de Sophiastraat, kadastraal bekend sectie B. n°. 3552, voor de som van f 9500.vermeerderd met de kosten, vallende op de overdracht van het pand. Rondvraag: 1De heer KORTEWEG vraagt of het waar is, dat de leve ring van uniformkleeding enz. voor de politie niet is gegund aan den minsten inschrijver en dat diens monster is afgekeurd. De VOORZITTER verklaart, dat de keuze geheel is over gelaten aan Burgemeester en Wethouders, die de leverantie gunnen aan den inschrijver, dien zij daarvoor het meest geschikt achten. Wat de minste inschrijving betreft, daarvan is ditmaal niet noemenswaard afgeweken. De heer KORTEWEG vraagt nog of de zaak wel vol doende onderzocht is. De VOORZITTER bevestigt zulks. 2. De heer MEIJVIS wil nog even terugkomen op zijn vragen in zake de werkloosheid. Is een antwoord spoedig te wachten De VOORZITTER deelt mede, dat de zaak aan een ernstig onderzoek wordt onderworpen en thans in een vergevorderd stadium verkeert. 3. De heer BOGMANS heeft vernomen, dat aan de Gas fabriek nog geen uitbetaling heeft plaats gehad vanyffÖ uui luun. De VOORZITTER geeft den heer Bog mans in over- weging zijn vraag op schrift te stellen, opdat cle zaak kan worden onderzocht. Daartoe wordt besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 905