- I 94 4 MAART 1920. weging zou verdienen het gebouw wat meer achteruit te plaatsen, desnoods met een verhoogd voetpad in de straat met boomen. Het aanzien van de school zal er zeer door verbeteren. Spr. zou daarom ernstig in overweging willen geven een herziening van den bouw van den gevel en van de plaats van bouwen. De heer GRUIJS wil er nog aan toevoegen, dat het hem spijt, dat er wel gezorgd is voor een conciërgewoning, doch niet voor een woning voor het hoofd van de school. Dit lijkt spr. wel noodig in dezen tijd van gebrek aan voldoende woningen. De heer KORTEWEG wijst er op, dat wat de plaats van de school betreft, toch rekening moet worden gehouden met het daar te vestigen nieuwe Postkantoor. Ook spr. is van meening dat er aan de symmetrie van den voorgevel wel wat ontbreekt. De heer KLUIFT zegt de breedte van de straat reeds ter sprake te hebben gebracht in de bouwcommissie, doch ook spr. wijst erop, dat rekening moet worden gehouden met den bouw van het Postkantoor. De straat zal toch nog 14 M. breed zijn. De heer CERUTTI meent, dat waar de conciërgewoning reeds f 29,000,kost, een woning voor het hoofd van de school zeker f40,000,zal kosten. Dit vindt spr. bezwaarlijk. De heer LIJDSMAN is van oordeel dat over den smaak moeilijk te twisten valt. Spr. ziet er niet veel Duitsch aan. Wat de symmetrie betreft, overdrijft men dit te dikwijls. De heer ZIJLMANS Het is specifiek-Duitsch De heer LIJDSMAN zegt, dat er ook een plan was om een topgevel te maken. Daarmede was hij het echter niet eens. Wat de conciërgewoning betreft, deze behoeft toch niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 94