98 4 MAART 19
De heer HAALMAN zegt medfegewerkt te hebben aan
het totstandkomen van deze salarisregeling. Hij had gaarne
nog wijzigingen gewild, maar hij heeft ingezien, dat van
beide zijden iets toegegeven moest worden. Zoodoende is
men tot dit besluit gekomen.
Het is voor spr. verleidelijk voor de een of andere groep
nog een wijziging voor te stellen, doch hij zal dat laten,
daar anders de geheele regeling in gevaar zou worden ge
bracht. Hij meent, dat ook de salarissen van het secretarie-
personeel in dezelfde mate verhoogd zijn als de andere. Hij
geeft den raad daarom in overweging het voorstel, zooals
het is, te aanvaarden. De commissie, die de regeling heeft
ontworpen, was zoodanig samengesteld, dat alle partijen er
in waren vertegenwoordigd en deze is tot de overtuiging
gekomen, dat door dit voorstel de oplossing kan worden
gevonden. Spr. besluit den raad te adviseeren het voorstel
ongewijzigd aan te nemen.
Het voorstel van den heer A. SCHRAUWEN tot wijziging
der salarissen van het secretarie-personeel wordt niet gesteund.
De heer CERUTTI vestigt de aandacht van burgemeester
en wethouders op het stellen van premievrij pensioen, zooals
dat in andere gemeenten is en hij vraagt of de voorzit
ter dit niet in overweging wil nemen.
De VOORZITTER zegt, dat bij het doen van de loon-
voorstellen daarmede wel degelijk rekening gehouden is.
De gewijzigde ontwerp-regeling wordt alsnu zonder hoof
delijke stemming aangenomen.
Besloten wordt, dat de huurwaarde bepaald wordt overeen
komstig de aanslagen in de personeele belasting 1920 en
voor nieuwe ambtenaren van het jaar, waarin zij in dienst
gesteld worden.
De heer HAALMAN wijst op de noodzakelijkheid ook
voor de ambtenaren een regeling der rechtspositie in te voeren.