25 FEBRUARI 1921. 109 „4°. dat, wanneer de aannemingssom minder zal bedragen „dan het bedrag der begrooting, het subsidie ook in even redigheid zal worden verminderd „5°. dat buiten de matige rente, als in de statuten ver- „meld, en eene billijke vergoeding voor verrichte werkzaam heden of bewezen diensten, geldelijk voordeel voor de leden ,,of bestuurderen geheel moet zijn buitengesloten en dat aan „eventueele winsten, uit de exploitatie der woningen voort vloeiende, geen andere bestemming mag worden gegeven „dan ter bevordering van het doel, dat bij den bouw der „woningen heeft voorgezeten „6°. dat bestek en teekeningen der te stichten woningen „en van eventueele verbouwingen daarvan, aan de goedkeuring „van Burgemeester en Wethouders zijn onderworpen „7°. dat Burgemeester en Wethouders ten allen tijde, „zoowel tijdens den bouw als later, het recht hebben den „toestand der woningen op te nemen of te doen opnemen en te „onderzoeken of de bepalingen van het bestek worden of „zijn nageleefd en zoo noodig veranderingen, verbeteringen „of uitvoering van onderhoudswerken te gelasten, aan welken „last gevolg moet worden gegeven, bij gebreke waarvan „Burgemeester en Wethouders het recht hebben de door hen „noodig geoordeelde werken op kosten der vereeniging te „laten verrichten „8°. dat geen der leden van het Bestuur der vereeniging „middellijk of onmiddellijk zal mogen deelnemen aan leve ringen ten behoeve van den bouw en de exploitatie der „woningen, noch als borg van de voor het doen dier leve ringen aangewezen aannemers en leveranciers zal mogen „optreden „9°- dat het bestuur verplicht is alle daarvoor vatbare „goederen voor eene door Burgemeester en Wethouders goed nte keuren waarde tegen brandschade te verzekeren bij een „of meer door dit College goed te keuren verzekerings- „maatschappijen en dat in de betrokken polissen moet worden „aangeteekend, dat in geval van brand de gemeente des

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 109