2 5 FEBRUARI 1921.
"3
„kregen op een daartoe met reden omkleede in duplo
„ingediende aanvrage".
De heer KORTEWEG zegt, dat, hoewel hij zich met de
plannen en de gevellijnen niet kan vereenigen, hij zijn stem
met het oog op den woningnood aan dit voorstel niet zal
onthouden, mits de gemeente dezelfde bijdragen beschikbaar
stelt voor particulieren.
De VOORZITTER vindt, dat deze opmerking ietwat naast
dit voorstel staat. Spr. denkt niet, dat de Raad er voor te
vinden zal zijn zoo maar in den blinde zich te verplichten
duizenden te zullen verleenen voor particulieren woningbouw.
De heer HORNIX verheugt het, dat ditmaal scherpe
critiek achterwege is gebleven. Spr. had een groote rede
klaar om eventueele critiek te ontzenuwen, hij zal die echter
nu niet houden. De zaak heeft thans een mooi verloop gehad
en uit alles blijkt, dat de scherpe critiek, in de vorige ver
gadering gevoerd, misplaatst is geweest.
De heer KLUFT sluit zich aan bij het betoog van den
heer H o r n i x het doet spr. pleizier, dat ook die menschen
thans geholpen worden en hij betreurt het, dat de kwestie
zoo lang werd aangehouden.
Zonder verdere bedenkingen wordt alsnu over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders besloten.
35. Brieven van Gedeputeerde Staten, geleidende adressen
van personen, die beroep hebben ingesteld tegen hun aan
slag in de plaatselijke directe belasting naar het inkomen,
dienst 1919/1920.
Zonder bedenking wordt besloten overeenkomstig
de ontwerp-antwoorden te berichten.
36. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot toe
kenning van vergoedingen aan ambtenaren, wegens buiten-