25 FEBRUARI 1921. 115 De heer KLUFT zegt, het zoo niet bedoeld te hebben, doch vroeger had men één directeur voor Openbare Werken en de Bedrijven. Als er werkelijk bezuinigd moet worden, dat moet zulks ook geschieden bij het aanstellen van ambte naren. De heer LIJDSMAN moet ten sterkste tegen de uitlating van den heer Kluft protesteeren spr. stelt er prijs op hier openlijk te verklaren, dat bedoelde directeur een dege lijk werker is. Het is echter noodzakelijk hem van een aantal werkzaamheden te ontlasten. Voorts moet de Directeur geas sisteerd worden bij de voorgenomen verbouwing van de Gasfabriek, hetwelk juist een bezuiniging zal worden. Ook is er veel werk aan het electriciteitsbedrijf, terwijl waterleve ring aan andere gemeenten wordt overwogen. Het Dagelijksch Bestuur zal dan ook niet met voorstellen voor den dag komen, welke niet gewettigd zijn het acht de aanstelling van een onder-directeur zeer gewenscht. De heer HAALMAN deelt mede, dat hij aanvankelijk tegen het voorstel was, doch men is met zulke klemmende argu menten gekomen, dat spr. thans gaarne zijn stem aan dit voorstel zal geven. De heer KLUFT neemt zijn woorden gaarne terug als hij daarmede den directeur onaangenaam geweest is. Spr. erkent met het bedrijf niet op de hoogte te zijn. De VOORZITTER neemt aan, dat de heer Kluft, die zegt in deze niet op de hoogte te zijn, geen voorstel zal doen. De heer KORTEWEG vraagt of het niet mogelijk is tot tijdelijke aanstelling b.v. voor een jaar proef over te gaan. De heer LIJDSMAN zegt, dat zulks ook bij commissie ter sprake is gekomen. Men heeft echter gemeend tot vaste

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 115