I 20 25 FEBRUARI 1921. De heer KORTEWEG zegt toe zijn denkbeeld schriftelijk aan het College te zullen mededeelen. Een en ander kan dan gezamenlijk worden behandeld. Alsnu wordt besloten de motie van den heer G r u ij s in handen te stellen van Burgemeester en Wethouders om prae-adv<es. Rondvraag. 1. De heer HAALMAN wil een en ander zeggen over den slechten toestand, waarin de noodwoningen aan de Reinierstraat en de Lange Gampelstraat van de N.V. „Volks huisvesting" verkeeren. Spr. heeft veel respect voor hetgeen die Vennootschap tot stand heeft gebracht, maar hier moeten ten spoedigste afdoende verbeteringen worden aangebracht. Er bevindt zich o.a. een houten noodwoning in den vorm van een kraam, U/g meter breed en 4 M. lang, huurprijs f 2.50 per week. De huur is dus nog grooter dan de breedte van het huis. Voorts wil spr. iets zeggen over de barak zelf. Deze bestaat uit éénkamerwoningen, waarin verschil lende gezinnen met 6, 7, 8 en 9 kinderen moeten slapen, eten en drinken. Als die menschen zich van schoon onder goed willen voorzien, moeten ze daarvoor gaan naar het privaat, d.w.z. een oude distributie-ton. Vóór-en achtergevel bestaan uit een houten beschothet fornuis bevindt zich slechts op 1 d.M. afstand daarvan. Het spreekt vanzelf dat het brandgevaar hierdoor ontzaglijk groot is. Bovendien is het een ware rattenval, doordat om het geheel een schut ting is geplaatstals daar brand komt, komt er geen enkel persoon levend uit. Ook met de verlichting is het treurig gesteld. Deze bestaat uit één electrisch lampje voor elke éénkamerwoning. Men heeft daarover niet eens zelf de beschikking de verlichting wordt tegelijkertijd aangestoken. De VOORZITTER merkt op, dat die toestanden wel be kend zijn en maant aan tot beperking.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 120