25 FEBRUARI 1921. 123 geleden maar weinig 'gemeenten in ons land gevonden werden waar zooals hier de 8-uren dag is ingevoerd en de dienst- voorwaarden in 't algemeen voor het politiepersoneel zoo gunstig zijn. 3. De heer HORNIX deelt mede, dat eenige weken ge leden 's nachts vanuit een politie-post het telefoonbureau is opgebeld en geen antwoord werd verkregen. De VOORZITTER zegt, dat de telefoon een Rijkszaak is. Het opbellen in de verboden uren brengt wel moeilijkheden met zich mede, doch ten slotte krijgt men wel gehoor. Er is reeds in den Haag op gewezen, dat het wenschelijk is, met deze bezwaren rekening te houden. De opmerking van den heer Hornix zal ter bevoegder plaatse worden medegedeeld. 4. De heer HORNIX vraagt of de resultaten van de volks telling beantwoorden aan de verwachtingen, welke daarom trent gesteld waren, b.v. met betrekking tot het invullen der formulieren enz. De VOORZITTER verzoekt den heer Hornix zijn vraag schriftelijk in te dienen, dan zullen ter gelegenertijd gaarne inlichtingen daaromtrent worden gegeven. 5. De heer MEIJVIS vraagt, wat de oorzaak is, dat het inwerkingtreden van het Werklieden-Reglement zoo lang uit blijft. De VOORZITTER zegt, dat men hoopt in het voorjaar het in werking te doen treden. Op 't oogenblik is men bezig met de samenstelling van de bijzondere voorschriften, welke er uit moeten voortvloeien. Bovendien moet de Raad nog voor de vraag worden gesteld of de 45-urige werkweek zal worden ingevoerd of de 48-urige werkweek moet worden gehandhaafd. politie en tijd 6. De heer MARTENS vraagt 1° waarom het overwerk- geld door de werklieden aan de Gasfabriek nog niet is ont-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 123