126 22 MAART 1921. 10. Voorstel als voor, om de inning van de plaatselijke inkomstenbelasting te rekenen van 1 Mei 1921 door de rijksadministratie te doen geschieden. 11. Voorstel als voor, om de begrooting van den dienst 1921 aan te vullen met een drietal posten wegens buitengewone openbare werken, welke in 1920 onuit gevoerd zijn gebleven. 12. Voorstel als voor, tot wijziging van de verordening regelende de inrichting en bezoldiging der plaatselijke politie. Tegenwoordig de heeren C. P. A. KANTERS, A. C. KORTEWEG, J. L1JDSMAN, Th. J. A. VAN DIJK, F. C. A. SCHRAUWEN, P. HAALMAN, W. J. H. FEBER, J. M. MEIJVIS, W. M. MARTENS, F. F. X. CERUTTI, P. G. GRUIJS, H. J. MOLL, W. J. A. LOOMANS, mevr. J. M. NEVE-REINTJES, A. SCHRAUWEN, C. J. KLUFT, C. Th. BOGMANS en A. J. M. CLEMENT. Afwezig de heeren N. J. H. VAN GROENENDAEL, A. W. ZIJLMANS en H. J. H. HORNIX. Voorzitter de heer Mr. dr. W. G. A. VAN SONSBEECK, burgemeester. Secretaris de heer PI. H. JONKERGOUW. De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede, dat de heer van Groenendael heeft bericht verhinderd te zijn deze vergadering bij te wonen, de heer Z ij 1 m a n s nog altijd ongesteld is en de heer H o r n i x wegens uit- stedigheid hier niet tegenwoordig kan zijn. De VOORZITTER zegt, dat de notulen van het verhan delde in de vergaderingen van 30 December 1920 en 27 Januari 1921, overeenkomstig het bepaalde bij art. 8 van het reglement van orde voor den Gemeenteraad ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afschrift

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 126