136
22 MAART 1921.
wijzigingen ten aanzien van eenige artikels voor te [stellen,
„welke ten deele met de boven uiteengezette salarisherziening
„verband houden. Deze mogen artikelsgewijze worden be
handeld.
Artikel 1.
„Naast de reeds toegelichte wijziging wordt voorgesteld
„de beperking tot vier adjunct-inspecteurs, welke in de prak
rijk tot moeilijkheden aanleiding geeft, op te heffen. Hoe-
„wel uiterst omzichtig zal worden gehandeld ten aanzien van
„de uitbreiding van het viertal, zal toch dit getal op den
„duur vermoedelijk niet zijn te handhaven. Niet alleen onder
bindt de dienst soms schade van deze ontoereikendheid,
„ook hebben ziekte, afwezigheid enz. van een der functionna-
„rissen al te veel tot gevolg, dat op de andere beslag moet
„worden gelegd, zoodat op het voor hen bestemde aantal
„vrije dagen soms vrij ernstig inbreuk moet worden gemaakt.
„Waar de dienst dezer personen reeds medebrengt, dat zij
„zooveel minder dan anderen den vrijen Zondag in zijn ge
heel genieten, is er te meer reden te dien opzichte voor
ziening te treffen.
Artikel 2.
„Na hetgeen hierboven is medegedeeld schijnt het artikel
„geen nadere toelichting te behoeven, behoudens de op
merking, dat cle toevoeging betreffende aanstelling van
„personen onder 21 jaren noodig is met het oog op de
„verhoogde salarissen van klerk en schrijver.
Artikel 3.
„Overeenkomstig de voor ambtenaren geldende bepalin-
„gen wordt voorgesteld voor de inspectie en het admini
stratief personeel den kindertoeslag in te voeren.
Artikel 4.
„De vergoedingen wegens het dragen van burgerkleeding,
