22 MAART 1921.
137
„in het laatste lid genoemd, zullen in verband met de om
standigheden eenige verhooging moeten ondergaan.
Artikel 5.
„In aansluiting aan de verhooging der loonen zullen de
„overuren eveneens hooger zijn te vergoeden.
„Ten einde administratieve moeilijkheden te voorkomen
„is niet het percentagestelsel van het werkliedenreglement
„gevolgd, doch zijn bedragen aangegeven, bij de bepaling
„waarvan ongeveer dezelfde gedachte is gevolgd.
Artikel 7.
„De toevoeging vóór den aanhef moge toelichting vinden
„in hetgeen hierboven is medegedeeld.
„Voorgesteld wordt de toelage wegens het bezit van het
„politiediploma voor hoofdagenten en agenten een weinig
„te verhoogen overeenkomstig de veelal elders geldende
„bedragen.
Artikel 10 a.
„Nu het werkliedenreglement een vacantiebijslag verzekert
„aan de daarin aangeduide werklieden, is er aanleiding een
„overeenkomstige bepaling voor hoofdagenten en agenten
„in het leven te roepen.
Artikel 1 ob.
„Dit artikel voorziet eenigszins in moeilijkheden welke zich
..bij overlijden voordoen voor de nagelaten betrekkingen.
„Het is overeenkomstig hetgeen het werkliedenreglement
„ten deze bevat.
„Voorgesteld wordt de wijziging te doen in werking treden
„met 1 April 1921 en op dien datum, tot welken de toe-
Slag van f 7.per week gehandhaafd blijft, aan degenen,
„die dezen genieten, eene extra-uitkeering .te doen, gelijk
„aan het verschil tusschen het hierbij voorgestelde loon en
