22 MAART 1921. hoofdinspecteur, 1 inspecteur, 6 hoofdagenten en 27 agenten, terwijl we hier in Breda al 70 agenten hebben. Maastricht met 40.000 zielen, heeft 2 inspecteurs, 8 hoofdagenten en 60 agenten, Zutphen 2 inspecteurs en 25 agenten, terwijl Roermond er slechts 17 agenten op na houdt. Op grond van een en ander blijft spr. de bewering staande houden, dat hier het politiekorps te grootscheeps is opgezet. Nu wordt in art. r van deze ontwerp-verordening voorgesteld te lezen in plaats van één, twee inspecteurs en in plaats van vier, vier of meer adjunct-inspecteurs, waardoor de Burgemeester onbeperkte macht krijgt om functionnarissen van laatstgenoemde categorie aan te stellen. Het politie korps wordt op die wijze te uitgebreidspr. acht hier 1 inspecteur genoeg, terwijl het aantal adjunct-inspecteurs tot 4 moet beperkt blijven. Hij geeft daarom in overweging in plaats van 2 te lezen 1 inspecteur en de woorden „afmeer" achter het getal van 4 adjunct-inspecteurs te doen vervallen. De adjunct-inspecteur voor de recherche dient echter be houden te blijven. Verder heeft spr. bezwaar tegen de voorgestelde salaris regeling der hoofdagenten-rechercheur. Vroeger werd er geen onderscheid gemaakt tusschen hoofdagenten-rechercheur en hoofdagenten-controleur, thans wordt voorgesteld het maxi mum-salaris van de eersten f 4,hooger te stellen dan dat van de laatsten. Het gaat volgens spr. niet aan, in deze gunstiger bepalingen vast te stellen voor de rechercheurs dan voor de controleurs, daar aan beide categorieën dezelfde eischen worden gesteld. Ten slotte dringt spr. aan op gelijkstelling van hoofdagen ten, agenten en bureelambtenaren ten aanzien van den kin dertoeslag. Den heer HA ALM AN schijnt het toe, dat aan de over zijde schroom bestaat om het woord te nemen. Spr. zegt, namens zijn geheele fractie, te willen voorkomen, dat al in deze zitting een beslissing wordt genomen omtrent dit zoo

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 140