142 22 MAART 1921. mondelinge behandeling kan plaats hebben. Daartegenover staat één ding. Er wordt in de kringen der belanghebbenden met groot ongeduld naar de beslissing van heden uitgezien. Indien deze wordt vertraagd, zal zulks teleurstelling wekken. De belanghebbenden mogen echter van dit uitstel niet het slachtoffer worden en daarom moet hun een voorschot in afwachting van de loonsverhooging worden verleend. Spr. stelt derhalve voor, het voorstel van Burgemeester en Wet houders aan te houden totdat het in de afdeelingen is be handeld en aan de agenten, hoofdagenten en verdere be ambten een voorschot van 4 weken loon toe te kennen. De heer BOGMANS zegt, dat aan deze zijde van eenige schroom om dit voorstel in behandeling te nemen geen sprake is, doch spr. had verwacht eerst de amendementen te hooren. De heer GRUIJS Zijn er dan amendementen daar weten we niets van De heer BOGMANSDat kan ik niet helpen zê zijn er toch. De heer GRUIJS acht zulks een reden te meer om de behandeling van deze zaak uit te stellen. De VOORZITTER wenscht het politiekorps in bescherming te nemen. Reeds lang is het noodwendig de politie-salarissen te herzien. Bij herhaling is zeer terecht op spoed aange drongen en er is zeer veel overleg en tijd mede gemoeid geweest om tot een resultaat te komen. Met de organisaties, met hoofdagenten en inspecteurs, kortom met allen, is over leg gepleegd. Het voorstel is nu ingebracht en thans komt men met het idee om de zaak weer uit te stellen door af- deelingsonderzoek enz. te wenschen zoodoende komen we er nooit doorheen. Gisteren nog werd het College door den heer Haaiman bekogeld met een 5-tal vragen; indien ieder raadslid met 5 vragen kwam, dan waren er 105 vragen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 142