14
2j JANUARI 1921.
noemt spr. flink, en hij zou gaarne zien, dat de gemeente
evenzoo optrad voor de rechten der gemeentenaren door
die reclames niet meer op de tram toe te laten.
De heer CERUTTI zegt te kunnen begrijpen, dat voor
de winkeliers dergelijke reclames minder aangenaam zijn,
doch de gemeente kan er deswege niet aan gaan beginnen
ze te weren. Volgens spr. is dit practisch niet uitvoerbaar.
Men zou dan ook niet meer mogen adverteeren op aanplak
zuilen en schuttingen en om consequent te blijven zou de
gemeente b.v. een schipper, die bloemen van buiten aanvoert,
geen ligplaats moeten verleenen in de haven.
De heer KLUFT legt er nogmaals den nadruk op, dat hij
tegen de reclamemakerij is.
De heer HAALMAN heeft met bevreemding van het adres
kennis genomen, n.l. omdat daarin sprake is van een uitlating
omtrent een door de tramcommissie genomen beslissing. Spr.
keurt ten zeerste af, dat mededeelingen worden gedaan om
trent het in commissie-vergaderingen behandelde. Overigens
zegt spr. in deze accoord te gaan met de zienswijze van den
Voorzitter.
De VOORZITTER merkt op, dat de door den heer Haai
man bedoelde uitlating niet te verdedigen is; een raads
commissie kan beslissingen als hierbedoeld niet nemen. Spr.
onderschrijft hetgeen de heer Haaiman zeide omtrent het
doen van mededeelingen uit commissie-vergaderingen.
Zonder verdere bedenkingen wordt alsnu besloten
het adres voor kennisgeving aan te nemen.
13. Adres van C. Claasen alhier, daarbij ontheffing
verzoekende van art. 14 der bouwverordening voor deze ge
meente ten behoeve van het bijbouwen eener steenen berg
plaats voor brandstoffen achter zijn pand aan de Teteringen-
straat n°. 42.