22 MAART 1921.
De heer bCERUTTI doet uitkomen, dat het voorstel van
Burgemeester en Wethouders en het amendement-Bogmans
lijnrecht tegenover elkaar staan.
De VOORZITTER brengt alsnu-in stemming het voorstel
van den heer Haaiman om de behandeling van de ont-
vverp-regeling uit te stellen en deze in de afdeelingen te
doen onderzoeken op dezelfde wijze als met de gemeente-
begrooting geschiedt, alsmede om in afwachting daarvan
aan het politie-personeel een voorschot toe te kennen van
4 weken loon hetwelk wordt verworpen met 13 tegen 5
stemmen.
Tegen stemden de hecren Kanters, Korteweg,
L ij d s m a n, van D ij k, F e b e r, Martens, C e r u 11 i,
Moll, Loomans, A. Schrauwen, Kluft, Bogmans
en Cleme n t.
Vóór stemden mevr. X e v e-R e i n t j e s en de heeren F.
Schrauwen, Haaiman, M e ij v i s en G r u ij s.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders komt daarna
artikelsgewijze in behandeling.
Artikel 1.
De VOORZITTER merkt op, dat de heer Cerutti in
verband met de uitbreiding van het politie-korps gewezen
heeft op verschillende andere plaatsen, zooals Alkmaar,
Maastricht enz. Volgens spr. zijn echter steden als Dordrecht
Nijmegen en dergelijke, te dien opzichte beter te vergelijken
met Breda. Dit houdt verband met de eigenaardige ligging
van Breda tusschen verschillende bebouwde kommen. Het
\erkeer is hierdoor grooter dan in menige andere stad, ook
tengevolge van den aanbouw van belangrijke fabrieken aan
alle kanten. Die drukte vereischt meer toezicht. De uitbrei
ding van het politie-korps is trouwens indertijd alleen ge
schied om den 8-urigen dienst mogelijk te maken en niet
°m de politiezorg intensiever te doen zijn.