154
22 MAART 1921.
mogelijke wetten, verordeningen enz. Den heer Cerutti
vraagt spr. of deze er genoegen mede zou nemen, om in
plaats van vier of meer te lezen vijf of zes adjunct-inspecteurs.
De heer CERUTTI ontkent zulks. Hij is van meening,
dat een overdreven contróle niet goed op de agenten werkt.
Spr. vergelijkt hiermede de contróle op de gemeente-werk
lieden daar is de verhouding gansch anders.
De VOORZITTER zegt, dat men zich in deze op hem
moet verlaten spr. ondervindt dagelijks hoezeer een goede
contróle noodig is. De agenten, welke gewoon zijn hun
plicht te doen, zullen dan ook niet de minste last daarvan
ondervinden.
De VOORZITTER brengt alsnu in stemming het voorstel
van Burgemeester en Wethouders neergelegd in art. 1 a, om
het aantal inspecteurs op twee te brengen, hetwelk wordt
aangenomen met 10 tegen 8 stemmen.
Vóór stemden de heeren Korteweg, Lijdsman,
F e b e r, Martens, Moll, Loo mans, A. S c h r a u-
wen, Kluft, B o g m a n s en Clement.
Tegen waren Mevrouw Nev e-R e i n t j e s en de heeren
Kanters, van D ij k, F. Schrauwen, Haaiman,
M e ij v i s, Cerutti en G r u ij s.
Daarop wordt in stemming gebracht art. it>, waarbij het
aantal adjunct-inspecteurs tot 4 of meer wordt uitgebreid,
hetwelk eveneens wordt aangenomen met 10 tegen 8 stemmen.
Vóór stemden de heeren Korteweg, L ij d s m a n
F e b e r, Martens, Moll, Loomans, A. Schrau
wen, Kluft, Bogmans en Clement.
Tegen waren Mevrouw Nev e-R e i n t j e s en de heeren
Kanters, van D ij k, F. Schrauwen, Haaiman,
M e ij v i s, Q e r u 11 i en G r u ij s.