27 JANUARI 1921. 15 Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezond heidscommissie en den directeur van Openbare Werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wethouders om de gevraagde ontheffing te verleenen onder de daarbij aan gegeven voorwaarden. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt besloten aan adressant de gevraagde uitzondering toe te staan onder de volgende voor waarden a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel b. dat op de geheele open ruimte op de teekening aan gegeven, niets worde gebouwd of opgericht c. dat de bijbouw niet hooger worde opgetrokken dan op de teekening is aangegeven d. dat de bijbouw niet van bestemming verandere, nooit gebruikt zal worden voor het stallen van vee en nimmer geheel of gedeeltelijk voor woning worde ingericht of gebruikt e. dat ook het vóór den bijbouw gelegen bestaande ge bouw nooit worde gebruikt voor het stallen van vee dat ter voldoening aan art. 5 der Woningwet, een teekening, ingericht volgens art. 99 der bouwverorde ning ter goedkeuring worde ingezonden aan Burge meester en Wethouders g. dat, wanneer binnen drie maanden na de dagteekening van dit besluit, van de verleende ontheffing geen ge bruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn ver leend en onder bepaling, dat bij niet-vervulling van een dezer voorwaarden de verleende uitzondering vervalt. 14. Adres van de firma Mol en van Oosterhout alhier, daarbij ontheffing verzoekende van art. 14 der bouw verordening voor deze gemeente ten behoeve van de ver

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 15