22 MAART 1921.
161
werkman en hebben niet meer clan gewoon lager onderwijs
genoten. De ingestelde cursus voor ontwikkeling heeft dan
ook ten doel daaraan tegemoet te komen en technische
menschen te vormen. Spr. ziet daarom de noodzakelijkheid
niet in om dadelijk over te gaan tot gelijkstelling met tech
nisch gevormde werklieden. De cijfers door Burgemeester en
Wethouders voorgesteld berusten derhalve op een basis, ter
wijl zulks niet kan worden gezegd van de andere hier ge
noemde getallen. De verschillende sprekers bieden maar
tegpn elkaar op. Spr. zou er prijs op stellen de motieven
voor die loonopdrijving te hooren.
Het klassenstelsel is iets, waaraan door Burgemeester en
Wethouders waarde wordt gehecht. Als men benoemd wil
worden tot agent ie klasse moet men het politie-diploma
-hebben men gaat hierbij van de volgende gedachte uit
degene, die een diploma bezit, geeft blijk van technische
bekwaming.
Spr. kan de poging tot het doen vervallen van dien eisch
niet steunen het is van het hoogste belang, dat den agenten
ontwikkeling wordt bijgebracht. Een van de middelen daartoe
is volgens spr. het klassenstelsel.
Wie tegen dat stelsel is, doet dat alleen om de duiten,
om iedereen zoo gemakkelijk mogelijk ook bij onbekwaam
heid het maximum te laten bereiken. Het College heeft
echter te zorgen voor een goed korps en daartoe is het
noodig den werklust te bevorderen. De agent heeft tegen
woordig slechts 8 uur dienst, hij kan dus zijn vrijen tijd
benutten om voor het examen te werken. Normaal aange
legde personen kunnen het diploma behalen. Het gaat daar
om niet aan, dat de Raad de loonen maar opdrijft en van
de politie-agenten niets eischt. Bij invoering van een dergelijk
stelsel, kan spr. de verantwoordelijkheid voor een goed korps
niet aanvaarden. Dat ook door den heer G r u ij s waarde
aan het diploma wordt gehecht, blijkt wel uit diens rede.
De heer GRUIJSd. w. z. alleen theoretische waarde