164 22 MAART 1921. lager loon als het voorgestelde menschen zal kunnen krijgen, doch het is dan de vraag van welk gehalte. Wat de argumenten van den Voorzitter tegen de afschaffing van het klassenstelsel aangaat, als het nu reeds voorkomt, dat na vaste aanstelling de betrokkene de opvat ting huldigt laat nu de boeren maar dorschen, dan vindt spr. dat geen argument om de klassen te handhaven. Spr. heeft echter wel zooveel vertrouwen in de menschenkennis van den Voorzitter, dat hij van dezen-mag verwachten steeds personen voor de functie van politie-agent te zullen aanstellen, welke genoeg karakter bezitten om zich uit zich zelf ontwikkeling eigen te maken. Spr. zou nog zeer veel motieven tot staving van zijn voorstel kunnen aanhalen, doch meent hiermede de bezwaren daartegen voldoende te hebben weerlegd. De heer CERUTTI wenscht nog een opmerking te maken over de eischen, welke aan de rechercheurs gesteld worden. Spr. constateert, dat de rechercheurs geen nachtdienst heb ben, de controleurs wel. De rechercheurs hebben om de 14 dagen een Zondag vrij, de controleurs niet. Voorts vestigt spr. er de aandacht op, dat de recherche grootendeels ten dienste van het Rijk werkzaam is, terwijl de gemeente haar moet bezoldigen spr. vindt zulks onbillijk. De heer HAALMAN merkt in verband met de bezwaren tegen de afschaffing van het klassenstelsel nog op, dat aan het politie-diploma z. i. alleen theoretische waarde is toe te kennen in de praktijk doen de agenten ic en 2e kl. den zelfden dienst, er is daarin geen enkel verschil. Spr. acht daarom met betrekking tot het diploma niet de minste reden aanwezig om het klassenstelsel te bestendigen. Het bezwaar, dat daartegen van andere zijde wordt aangevoerd, ware wellicht te ondervangen door de premie voor het bezit van het diploma te verhoogen. Er is echter nog meer. Zonder op de waarde van het diploma te willen afdingen, ziet spr. niet in, waarom een agent 2e kl,, die goed is voor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 164