182
5 APRIL 1921.
luiden: groep I: f 1450f 1750; groep II: f 1550f 1850;
groep 111: f 1700f 2000; groep IV: f 1800f 2200
en groep V f 2000f 2400. De meerdere kosten, welke
eene zoodanige wijziging van het voorstel zouden mee
brengen, beloopen tusschen 800 en 900 gulden een bedrag
volgens spr. niet belangrijk genoeg om daartegen overwe
gende bezwaren aan te voeren.
De heer CERUTTI vermoedt, dat de voorgestelde ver-
liooging van deze groepen verband houdt met de nieuwe
loonen der politie-beambten. De heer Schrauwen heeft
gezegd van meening te zijn, dat de in groep V voorkomende
ambtenaren door dit voorstel met een kluitje in het riet
worden gestuurd spr. vindt zulks dan echter ook van toe
passing op degenen, die in de klassen 6, 7 en volgende zijn
ingedeeld. Spr. wijst in dit verband op het indertijd door
het College tegenover de adviescommissie voor de salaris
herziening gebezigd motief, n.l. dat alle groepen zoo ge
regeld waren, dat geen verandering daarin kon worden aan
gebracht, zonder dat daarmede de volgorde zou worden
verbroken. Zulks acht spr. nu wel het geval en daarom had
hij eveneens gewild, dat deze zaak commissoriaal was gemaakt.
De heer HAALMAN wil even een opmerking maken naar
aanleiding van het gezegde door den heer Schrauwen.
Deze heer liep wat hard van stapel door te beweren, dat
door spr 's woorden de belangen van de betrokkenen konden
worden geschaad. Spr. heeft geen aanmerkingen gemaakt op
het voorstel van Burgemeester en Wethouders als zoodanig,
doch alleen gezegd, dat hij het wenschelijker had gevonden,
indien dit voorstel in handen van een commissie ware ge
steld geworden, alvorens het in den Raad behandeld werd.
En juist het verdere betoog van den heer Schrauwen
bewijst het gemotiveerde van spr.'s zienswijze in deze.
De VOORZITTER wenscht in het midden te brengen,
dat dit voorstel niet een salarisherziening in den gewonen