5 april 1921.
189
van aan den heer de Wolf aan den heer B a y i n g s te
geven. Spr. blijft zich dus met kracht tegen dit yoorstel
verzetten.
De heer GRUIJS verklaart tot dezelfde conclusie te komen
als de heer H o r n i x, doch langs een anderen weg. Moet
uitbreiding van het gebouw der Openbare Werken plaats
hebben, dan acht spr. het zeer ongewenscht daarvoor een
woning aan de bewoning te onttrekken. Spr. weet wel dat
Burgemeester en Wethouders daartoe bevoegd zijn, doch hij
meent, dat zij hierin niet moeten voorgaan het zou tot
slechte gevolgen kunnen leiden. De woning aan de Sophia-
straat moet aan den heer B a y i n g s worden gegeven. Is
er te weinig bureau-ruimte aan Publieke Werken, laat men
dan een flinke loods neerzetten desnoods op het Stads-
erf en de teekenaars voorloopig daarin onderbrengen.
Inmiddels kan het plan tot den bouw van een nieuw kantoor
voor Openbare Werken op een ander terrein worden over
wogen.
De heer KORTEWEG zal ook tegen het voorstel stemmen.
Ook spr. acht onder de tegenwoordige omstandigheden het
onttrekken van een woning aan de bewoning een ernstig
bezwaar en geeft in overweging den Woningdienst van
Publieke Werken af te scheiden en eerstgenoemde tak van
dienst onder te brengen in het Gemeentehuis of anderszins,
dan komt er aan Openbare Werken genoeg ruimte.
De heer MARTENS vraagt of het kantoor van Openbare
Werken verplaatst zou kunnen worden naar Beijerd n°. 3,
het voormalig levensmiddelenbureau in dat geval zouden
onkosten worden bespaard.
De heer CERUTTI heeft reeds in de vorige vergadering
de wenschelijkheid besproken om van de woning aan -de
Karnemelkstraat, waarin vroeger een gezin met twaalf kin
deren gehuisvest is geweest, een gedeelte in gebruik te ne-