i8 27 JANUARI 1921. „Van de Commissie voor de strafverordeningen ontvingen „wij het hierbij gevoegd voorstel tot aanvulling van art. 197 „der algemeene politieverordening voor deze gemeente. „De motieven, welke tot dit voorstel hebben geleid, zijn „uitvoerig en duidelijk weergegeven, zoodat wij daaraan niets „hebben toe te voegen. „Ons met dit voorstel vereenigende, hebben wij de eer „U in overweging te geven art. 197 der algemeene politie verordening voor deze gemeente aan te vullen op de wijze „als door de commissie is aangegeven en dit artikel mits- „dien te doen luiden als volgt „Het is verboden in de inrichtingen en hunne aanhoorig- „heden, bij artikel 193 bedoeld, zang, kunstmatig spel of „muziek uit te voeren, te geven of te maken, té dansen, „zich geheel of gedeeltelijk gemaskerd, vermomd of op „eenige andere wijze onkenbaar gemaakt, te vertoonen, of „eenige vertooning van welken aard ook te geven, tenzij „met vergunning van den Burgemeester. „Voorts stellen wij U voor om, ingevolge artikel 171 der „Gemeentewet, te besluiten tot onmiddellijke afkondiging en „te bepalen, dat de wijziging in werking treedt terstond „nadat zij is afgekondigd. „Een van de leden van ons College kan zich met dit „voorstel niet vereenigen, van oordeel, dat aanvaarding er „van te zeer den weg kan effenen om wederom vroegere „misstanden in het leven te roepen. Dit lid geeft de voorkeur „aan een ongewijzigd laten der verordening, al bestaat daarbij „de mogelijkheid, dat ten aanzien van het maskeerverbod „enkelen in gunstiger omstandigheden verkeeren dan anderen." Het advies van de Commissie voor de strafverordeningen is van den volgenden inhoud „De uitspraken van den Hoogen Raad betreffende de toe- „passing van artikel 19 der Algemeene Politieverordening „voor de gemeente Breda geven de Commissie voor de Straf verordeningen aanleiding tot mededeeling van hare ziens-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 18