5 APRIL 192L
193
De VOORZITTER verklaart, dat zulks nu niet mogelijk
is. Burgemeester en Wethouders zullen evenwel tekening
houden 'mèt het door den Raad kenbaar gemaakte idéé en
zeer spoedig een voorstel indienen.
Punt 14 wordt aangehouden.
15. Ontwerp-verordening op de heffing van rechten voor
het gebruik van openbaren weg, openbaar water en open
baren gemeentegrond met de daarop ingediende amende
menten en antwoorden van Burgemeester en Wethouders,
benevens een verordening op de invordering dier rectden.
De heer CERUTTI verklaart, dat hij om verschillende re
denen tegen uitbreiding van het heffen van die rechten is,
voornamelijk omdat de ingezetenen als het ware er door ge-
maszregelt worden. Burgemeester en Wethouders zijn thans
voornemens ongeveer 24 voorwerpen te belasten, zooals
luifels, balcons, zonneschermen enz. waarmede spr. zich niet
kan vereenigen. Bij de personeele belasting is indertijd de
heffing op deuren en [vensters afgeschaft en nu komt het
gemeentebestuur weer met een belasting op lucht- en licht-
roosters van kelders, welke even onontbeerlijk zijn als ven
sters in een vertrek. Dan zijn er nog de voorwerpen boven
den grond gelegen. Men kan hiervan volgens spr. niet zeggen,
dat men daarbij het genot heeft van het gebruik van ge
meentegrond, doch alleen van de luchtruimte daarboven.
En met arrest van den Hoogen Raad dd. 16 Dec. 1920 in
de hand, acht spr. den Raad onbevoegd om alles wat zich
boven den grond bevindt te belasten. Ten slotte vindt spr.
het in strijd met de eerlijkheid, om de eigenaars van panden
in de binnenstad, die indertijd hün stoep aan de gemeente
hebben afgestaan, thans voor het daarin hebben van kelder
luiken of anderszins te belasten. Men moet bedenken, dat
zij hun eigendom niet hebben aangeboden, doch dat zij van
gemeentewege daartoe zijn aangezocht en alleen onder het
bedingen van verschillende rechten tot afstand zijn overge-