S APRIL 1921, komen. Deze ontwerp-verordening behelst een belasting op wat der gemeente is. Het komt spr. dan ook niet onbillijk voor, stoelen en tafels, welke vóór de café's geplaatst zijn te belasten en het ligt eveneens voor de hand rechten te heffen voor kelderluiken, beerputten enz. Het standpunt van den heer Loom an s: „men heeft dat niet voor z'n pleizier, dus behoeft men er niet voor te betalen", gaat volgens spr. niet op, want men is b.v. verplicht aan de straat te wonen ert aldus redeneerende zou het heffen van straatgeld even zoo ongemotiveerd zijn. Bovendien is de voorgestelde be lasting niet drukkendeen luchtrooster wordt b.v. belast met f 1.Men moet het toch mogelijk maken, dat de gemeente eenig geld put uit bronnen, waar dat te halen valt. Wat het arrest van den Hoogen Raad d.d. 30 Dec. j.l betreft, het was bij het ontwerpen der verordening nog niet in handen van het College. Nu er uit blijkt, dat het belasten van balcons en erkers niet goedgevonden wordt, vindt het College het ook beter de desbetreffende bepalingen te laten vervallen het is niet noodig tegen een muur te loopen doch de andere objecten dient men te handhaven. Te dien aanzien zegt spr. den aanval wel te kunnen doorstaan. Een andere kwestie is die van de stoepen. De voorstelling, welke de heer Cerutti van deze zaak heeft gegeven, is in zooverre niet juist, dat de gemeente daarbij nooit het recht uit handen heeft gegeven om retributie te heffen. Spr. heeft nergens in de condities voor den afstand van die stoepen gelezen, dat te dien opzichte eenige reserve is ge maakt en hij is dan ook van meening, dat als toenmaals een zoodanige voorwaarde was gesteld, het gemeentebestuur er nooit aan gedacht zou hebben zich daaraan te binden. Men behoeft dus niet bevreesd te zijn, dat men door aan neming van de betreffende bepalingen verkregen rechten krenkt. Er is immers nooit iets van dien aard bedongen ware zulks het geval geweest, de gemeente zou zeer zeker den weg van onteigening gevolgd hebben. Voor het overige komt het meer op ondergeschikte details

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 198