20 27 JANUARI 1921. „Het komt de Commissie voor, dat, indien geen wijziging wordt aangebracht in de thans bestaande regeling, mede ,ten gevolge van de bijzondere plaatselijke omstandigheden ,eene ongelijke behandeling ten aanzien van gemaskerde .partijen moet ontstaan. De enkelen, die de beschikking .zullen verkrijgen over. de wegens haar societeitskarakter ,niet voor het publiek toegankelijke gelegenheid, zullen in .gunstiger positie verkeeren, dan de velen, die zich moeten .onthouden van hetgeen voor hen als een in zich geoorloofd .genoegen geldt. „Ook na herhaalde overweging van hetgeen in de raads vergaderingen van 3 en 4 Februari 1920'ter zake is opge- merkt, meent de Commissie, dat de goede weg om zooclanigen .misstand te voorkomen, deze is, dat de verbodsbepaling ,van artikel 197 der Algemeene Politie-verordening wordt .aangevuld door na „dansen" in te voegen„zich geheel ,of gedeeltelijk gemaskerd, vermomd of op eenige andere wijze onkenbaar gemaakt te vertoonen", van welk verbod .blijkens hetgeen in de bestaande bepaling volgt, ontheffing ,kan worden verleend door den Burgemeester, aan welke .ontheffing uit den aard der zaak voorwaarden kunnen .worden verbonden. „Aldus blijft ongerept het door den Raad gewenschte .verbod van maskeering en vermomming in het publiek, doch .wordt de gelegenheid gegeven aan personen en vereeni- gingen om onder te stellen voorwaarden, die beoogen de .goede orde te handhaven en uitwassen te voorkomen, zich ,een genoegen te gunnen, dat toch inderdaad onder die .restricties niet behoeft te worden ontzegd en geenszins .grootere gevaren biedt, dan tal van andere verpoozingen, welke de overheid ongemoeid laat. „De Voorzitter der Commissie voor de Strafverordeningen .ontveinst zich evenmin als deze Commissie, dat de Raad, ,deze toevoeging aanvaardende, terugkomt op zijn besluit ,van 3 Februari j.l., om artikel 197 niet te wijzigen. De .Voorzitter zou dan ook niet zijne medewerking verleenen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 20