212 5 APRIL 1921. glement te doen vervallen eventueel het geheele re glement te herzien. 2. Aangaande het van gemeentewege oprichten eener handelsdagschool al dan niet gevolgd door eene hoo- gere handelsschool. Waar in de vorige vergadering de Raad besloot tot het bouwen eener kopschool is m. i. thans het juiste tijdstip aangebroken dit vraagstuk nader onder de oogen te zien. Mij vleiende op uwe medewerking te mogen rekenen heb ik de eer te zijn met de meeste hoogachting, Het lid van den gemeenteraad, P. HAALMAN. Vleeschkeuring en verkoop Argentijnsch vleesch. De VOORZITTER deelt mede, dat omtrent de vleesch- keuring in het najaar besprekingen zijn gehouden met de hoofden van de besturen der omliggende gemeenten, doch dat de uitkomsten daarvan nog gering zijn. Spr. heeft zich derhalve tot den inspecteur van de volksgezondheid, den heer Quaedvlieg, gewend, die spr.'s voornemen, ten zeerste toejuichte om er nogmaals bij de gemeente-besturen op aan te dringen in deze tot samenwerking te geraken. Wat het verzoek betreft, om de verkoopers van Argentijnsch vleesch te verplichten zulks in hun,winkels aan te duiden; bij onderzoek is gebleken, dat slechts in één winkel hier ter stede, nl. in de Boschstraat, zoodanig vleesch verkocht wordt. Spr. acht het derhalve niet de moeite waard, de politie verordening in verband hiermede te wijzigen. Spr. erkent ten volle, dat het vleesch hier zeer duur is en het daarom overweging zou verdienen pogingen aan te wenden om tot den invoer van Argentijnsch vleesch te komen, doch men ondervindt daarbij geen medewerking van de Slagersvereeni- ging- De heer HAALMAN zegt, de zienswijze van den Voor zitter in zake het wijzigen van de politieverordening in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 212