228
29 APRIL 1921.
missie van toezicht op de handelsavondschool en als lid der
commissie tot wering van schoolverzuim in deze gemeente.
De VOORZITTER stelt voor, het gevraagde ontslag eervol
te verleenen onder dankzegging voor de in die betrekkingen
aan de gemeente bewezen diensten.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
12. Motie van het raadslid, den heer Korteweg,
waarin wordt voorgesteld de commissiën van bijstand in de
verschillende bedrijven op te dragen een onderzoek in te
stellen om tot bezuinigingen te komen met machtiging, om
na overleg met de directeuren der bedrijven de verschillende
onderdeelen der gemeentehuishouding na te gaan en degenen,
die in gemeentedienst zijn, voor zoover de commissiën het
wenschelijk achten te hooren en van hunne bevindingen zoo
spoedig mogelijk rapport aan Burgemeester en Wethouders
uit te brengen.
De VOORZITTER geeft in overweging deze motie te
stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-
advies.
Daartoe wordt besloten.
13, Motie van het raadslid, den heer Korteweg, be
treffende de verlenging van de markturen en het benoemen
eener commissie om na te gaan, welke voor- of nadeelen
eene zoodanige verlenging voor belanghebbenden oplevert.
De VOORZITTER merkt op, dat het aan Burgemeester
en Wethouders is voorbehouden om over de verlenging der
markturen te oordeelen. Toen echter in een der vorige ver
gaderingen is uitgemaakt, dat een nieuwe Marktcommissie
geconsulteerd zou worden, heeft het college zich onledig
gehouden met de samenstelling dier commissie. Dezerzijds
kan een advies over de motie worden uitgebracht, nadat