22 27 JANUARI 1921. heffen door den Burgemeester als hoofd der politie de bevoegdheid te geven om vereenigingen toestemming te kunnen verleenen tot het houden van gemaskerde bals. Wat de bezwaren van den heer Moll betreft, menschen, die geen inkomsten hebben, zullen niet gaan dansen. Maar daarom behoeft men het vermaak van anderen niet te gaan beperken. Als de heer Moll geen uitbreiding van amuse menten wil, dan moet hij 'ook tegen subsidie aan vereeni gingen voor het houden van concoursen enz. stemmen. De heer KLUFT wil, als deel uitmakende van de com missie voor de strafverordeningen, even opmerken, dat wanneer de Voorzitter heeft medegedeeld, dat het hem zeer aangenaam zou zijn indien hem de bevoegdheid werd gegeven tot uitbreiding van het aantal gemaskerde bals, wij, als Katholieken, hem gerust kunnen steunen. De VOORZITTER wijst er op, dat aan het slot van de nota der commissie voor de strafverordeningen zijne per soonlijke meening staat vermeld. De zaak is zoo in den breede besproken, dat spr. lange discussies niet meer noodig acht. De heer F. SCHRAUWEN zal vóór de wijziging van het artikel stemmen. Met bezwaar van den heer Moll, dat daardoor nog meer amusement komt, heeft tegenover deze wijziging geen beteekenis. Als het carnaval thans weer zou gevierd worden zooals het vorig jaar, dan zou men zich in bepaalde gesloten gebouwen waar het gemaskerd zijn niet kan worden verboden wel en in andere gelegenheden niet gemaskerd mogen vertoonen. Het al- of niet gemaskerd zijn is derhalve het eenige verschil, want zeker zal toch overal feest gevierd worden. De bezuiniging wordt dus met het verwerpen van dit voorstel niet gediend. Als de Raad evenwel deze wijziging aanneemt, wordt gelijkheid bereikt ten aanzien van alle vereenigingen, welke gemaskerde bals wenschen te geven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 22