2 }6
29 APRIL 1921.
spelen. Spr. geeft daarom in overweging machines aan te
schaffen voor het maken van steeneniedereen kan die
machines bedienen.
De heer MOLL zegt, dat het getal der „uitgetrokkenen"
zóó gering is nl. 9, dat hij het niet de moeite waard vindt
daarvoor onkosten te maken voor werkverschaffing.
De heer KORTEWEG is van meening, dat het aantal er
niet op aankomt.
De VOORZITTER verzoekt den heer Korte weg zijn
idee nader uiteen te zetten aan den heer Moll.
De heer KORTEWEG zal zulks gaarne doen.
De voorstellen van Burgemeester en Wethouders vervat
onder de punten 20 en 32 der agenda worden hierop zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
21. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot be
noeming van den heer J. J. Lijm bach tot tijdelijk leeraar
in het voortgezet lager onderwijs aan de Avondschool voor
ambachtslieden.
De heer L ij m b a c h wordt met algemeene stemmen be
noemd tot tijdelijk leeraar in het voortgezet lager onderwijs
aan de Avondschool voor ambachtslieden.
22. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot toe
kenning eener verhoogde subsidie aan de Algemeene Zang
en Muziekschool voor het jaar 1921, luidende als volgt:
,,Bij Uw besluit van 21 October 1918 (zie gedrukte notu-
,,len pag. 747) werd de jaarlijksche subsidie voor de alge-
„meene zang- en muziekschool onder daarbij gestelde voor
gaarden bepaald op f 2000.
„Het blijkt thans, dat deze subsidie geheel onvoldoende
,,is en het voortbestaan dezer nuttige instelling in gevaar