246 29 APRIL 1921. stelsel werd aanvaard met één stem tegen. Een en ander voerde tot de vrij moeilijke overwegingwelk stelsel te kiezen Spr. beveelt het stelsel in deze ontwerp-verordening neer gelegd thans bij den Raad aan nadat de regeling een jaar gewerkt zal hebben, kan men de zaak opnieuw onder de oogen zien. Wat het gezinsinkomen aangaat, bij dit vrij gevig voorstel zijn kinderen tot 18 jaar vrijgesteld te dien opzichte overtreft het Rredasche stelsel zelfs dat van Zaan dam. Er is veel voor te zeggen de leeftijdsgrens lager te stellen, gezien vooral de tegenwoordige omstandigheden en verdiensten op jeugdigen leeftijd. De heer HORNIX verwondert zich over de uitlatingen van den heer Haaiman ten aanzien van zijn opmerking over gezinsinkomens. Spr. kent een gezin, waarin de vader f 50 per week verdient en door de vijf kinderen nog f 150 wordt ingebracht. Dat gezin met een jaarlijksch inkomen van f 10.000.— belastbaar f 9000.zou eigenlijk f 557.50 be lasting moeten betalen, terwijl het nu volgens dit stelsel van hoofdelijken omslag, doordat tde aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud voor ieder afzonderlijk wordt berekend en de aanslagen bovendien onder een lagere progressieschaal vallen, slechts ongeveer een vierde deel van dat bedrag be hoeft te betalen. Zulk een gezin verkeert onder de voorge stelde regeling toch wel in een al te bevoorrechte positie Ten slotte maakt spr. nog een kleine opmerking over art. 4 der ontwerp-verordening, waarin wel sprake is van een gehuwde, weduwe of weduwnaar en van een ongehuwde, doch geen bepaling voorkomt omtrent een gescheiden man of vrouw. Spr. vraagt derhalve onder welke categorie laatst genoemde vallen. De heer GRUIJS handhaaft zijn voorstel om in art. 2 de verwijzing naar art. 128 der wet op de Rijksinkomstenbe lasting te schrappen en dient de volgende amendementen in, ad. art. 4 1°. Zuivere inkomens van minder dan f 800. vallen buiten deze belasting en 20. De aftrek voor noodza-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 246