250
29 APRIL 1921.
28. Adres van het bestuur der afd. Breda van den
Nationalen Bond van handels- en kantoorbedienden „Mer-
curius", verzoekende bij eventueele vacatures in de gele
genheid te worden gesteld tot het doen van aanbevelingen
van candidaten voor leden der commissie van toezicht op
het handelsonderwijs.
De VOORZITTER stelt voor, dit adres als ongezegeld
ter zijde te leggen, evenwel kan met den daarin naar voren
gebrachten wensch rekening worden gehouden.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
29. Verzoek van het college van regenten van het Oude-
Mannenhuis om machtiging tot het doen van af- en over
schrijvingen op de begrooting van dat gesticht voor het
dienstjaar 1920.
Zonder bedenking wordt besloten de gevraagde
machtiging te vetleenen.
30. Adres van de hoofdagenten-controleur van politie,
verzoekende ten opzichte van hunne salarisregeling te worden
gelijkgesteld met hoofdagenten-rechercheur, met prae-advies
van Burgemeester en Wethouders, luidende als volgt
„Nadat in uwe vergadering van 22 Maart j.l. na breed
voerige discussie, 'waarbij ook de positie der hoofdagenten-
controleur nauwkeurig was onder de oogen gezien, de
„gewijzigde salarisregeling van het politiecorps was aange
nomen, bereikte Uwe Raad het adres van de vier evenge-
„noemde politiebeambten, die opnieuw betoogen hoe hun
„categorie op één lijn behoort te worden gesteld met die
„der hoofdagenten-rechercheur, en die wenschen te reageeren
„op de pas juist door Uw Raad genomen beslissing, waarbij
„met name aan dat punt nauwlettende aandacht is gewijd.
^„Het komt ons in deze^omstandigheden niet noodzakelijk