29 APRIL 1921. 251 „voor, de argumenten te weerleggen in de toelichting bij „het adres aangevoerd en wij geven U in overweging, adres santen mede te deelen, dat er geen termen aanwezig zijn „op het zoo pas genomen besluit betreffende herziening „van hun salarissen terug te komen." Zonder bedenking wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 31. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het voorstel van het raadslid den heer A. Schrau wen, betref fende het doen van een extra-uitkeering aan het politie-personeel en beslissing omtrent het voorstel betreffende het doen eener uitkeering in verband met het tijdstip van inwerking treding der nieuwe salarisregeling, luidende als volgt „Bij onze voordracht in zake de wijziging van de veror- „dening regelende de inrichting der plaatselijke politie, in „Uwe vergadering van 22 Maart j.l. aangenomen, was gevoegd „een voorstel, dat er toe strekte aan de in de voordracht „vervatte salarisverbetering terugwerkende kracht te verleenen „tot October j.l. Plr gingen stemmen op, dit voorstel zoo- danig te wijzigen of aan te vullen, dat het extra-loon van „vier weken, dat bij raadsbesluit van 4 Maart 1920 aan de „werklieden der gemeente werd toegekend, daarin weer spiegeling zoude vinden. „De vergadering vereenigde er zich mede deze aangele genheid tot nadere behandeling uit te stellen. Inmiddels „is door den heer A. Schrauwen een voorstel ingediend „van den volgenden inhoud „Aan de hoofdagenten-rechercheurs, hoofdagenten-con- „troleur en agenten van politie, die vóór I Januari 1919 in „dienst zijn gekomen, wordt een extra-loon van 4 weken „uitgekeerd aan de agenten, die gedurende het jaar 1919 „in dienst zijn getreden, wordt eene uitkeering van 2 weken „extra-loon gedaan en aan de overige agenten een extra „weekloon toegekend."

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 251