29 APRIL 1921. 257 Rondvraag. 1. Het heeft den heer GRUIJS gehinderd, dat in de laatstgehouden vergadering geen gelegenheid is gegeven tot de rondvraag. De VOORZITTER antwoordt, dat er den vorigen keer geen tijd meer voor was,' doch de schade nu kan worden ingehaald. 2. De heer HAALMAN vraagt of het juist is, dat aan tal van bewoners van de huizen der vereeniging „Volkshuis vesting" kaarten zijn rondgestuurd met mededeelingen omtrent verhooging van de huur met nagenoeg ioo°/0 en of zulks is geschied in overleg tusschen Burgemeester en Wethouders en die vereeniging. De VOORZITTER antwoordt, dat het gemeentebestuur in deze niet zooveel zeggingskracht heeft als de gezonden briefkaarten zouden doen denken. De Raad heeft verschillende besluiten vastgesteld tot het verleenen van voorschotten aan „Volkshuisvesting", doch maar twee, waarbij bedongen is, dat de huurprijzen onder goedkeuring zullen worden vastge steld. In het najaar is overleg gepleegd als gevolg van de bij ons aanhangige verhooging der huren in verband met de inkomens. „Volkshuisvesting" heeft toen gezegd, dat de welstand der bewoners een verhooging van de huur van f 2,80 tot f 4,80 per week toeliethet betrof hier menschen, veelal met een wekelijksch inkomen van f 35 a f 40. Spr. heeft verschillende personen bij zich gehad, die over de huurverhooging kwamen klagen. Hij heeft hen er op ge wezen, dat alles is verhoogd levensmiddelen, inkomens enz. en dat, wanneer een paar jaar geleden de huren geleidelijk omhoog waren gegaan, zij niet geklaagd zouden hebben. De huurders mogen ook bedenken, dat zij te doen hebben met een maatschappij, die allerminst op winst belust is deze is daarin bovendien tot een zeer gering percentage

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 257