29 APRIL 1921.
259
zooveel goeds gedaan, dat men haar het voorgevallene niet
ten kwade moet duiden.
2 De heer BOGMANS vraagt naar de behandeling van
zijn schriftelijk ingezonden voorstel om de loonen van de
tramconducteurs te verhoogen en hun loon gelijk te stellen
met dat der ongeschoolde werklieden in de eerste loonklasse.
De VOORZITTER zegt, dat het met het prae-advies van
Burgemeester en Wethouders bij den Raad aanhangig zal
worden gemaakt.
De heer BOGMANS dringt nog op spoed aan.
Mevrouw NEVE-REINTJES vraagt of het juist is,
dat de werkvrouwen aan de Ambachtsschool en het Stadhuis
f 0,35 per uur verdienen, terwijl die aan de andere scholen
maar f 0,25 ontvangen.
De VOORZITTER verklaart daar niet direct op te kunnen
antwoorden en verzoekt Mevrouw Neve haar vraag schrif
telijk te willen indienen.
De heer KANTERS heeft gezien, dat de muziektent
op de Markt weder is opgeslagen en vraagt of het nu geen
aanbeveling zou verdienen overeenkomsten af te sluiten met
verschillende muziekvereenigingen tot het geven van concerten.
De VOORZITTER deelt mede, dat te dien aanzien reeds
druk onderhandeld wordt.
De heer HORN1X klaagt over het leegstaan der woning
aan de Sophiastraat no. 10, welke volgens spr. door den
Raad aan den heer Baijings is toegewezen.
De VOORZITTER zegt, dat deze zaak in verband met
een andere kwestie aan openbare werken wordt opgehouden,
doch in de volgende raadszitting zal worden opgelost.