13 JUNI 1921. 269 10. Adres van W. Uges, leeraar aan het Gymnasium alhier, daarbij, in verband met de verordening, houdende bepalingen omtrent het ontslag aan ambtenaren en bedienden in vasten dienst der gemeente van 26 Mei 1911, (gemeente blad n°. 202), verzoekende hem te willen toestaan, zijne be trekking nog gedurende den cursus 1921 1922 te blijven vervullen. De VOORZITTER geeft in overweging, dit adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. Dienovereenkomstig wordt besloten. tl. Adres van het bestuur der afd. Breda van den R. K. Bond van Overheidspersoneel ,,St. Paulus", verzoekende het Werkliedenreglement zoo spoedig mogelijk in werking te doen treden en de commissie van overleg definitief in te stellen. De VOORZITTER merkt op, dat de stand van zaken thans zoo is, dat door Burgemeester en Wethouders tot de organisaties het verzoek is gericht vertegenwoordigers voor de commissie van overleg aan te wijzen. In de tweede plaats heeft het College de uit het reglement voortvloeiende bijzon dere voorschriften reeds in concept aanvaard de definitieve vaststelling kan eerst geschieden nadat de commissie van overleg daaromtrent is gehoord, hetgeen vermoedelijk zeer spoedig zal kunnen plaats hebben. De heer HAALMAN vraagt, hoe het staat met de invoe ring van de 45-urige werkweek, n.l. of weldra de behandeling van deze materie kan worden tegemoet gezien. Spr. wil er even op wijzen, dat hem ter oore is gekomen, dat door een der Wethouders wordt getracht de medewerking van het gemeente-personeel te verkrijgen tot het bestendigen van de 48-urige werkweek, zulks acht spr. niet goed er moet te dien aanzien geen invloed worden uitgeoefend van de zijde van het College.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 269