288
13 JUNI 1921.
kantoorruimte te voorzien^ doch nu weigert de Raad zijn
medewerking daartoe.
De heer HAALMAN Laat den heer B a ij i n g s in de
Sophiastraat wonen, dan kunt U aan Openbare Werken
zooveel verbouwen als U wilt
De heer LIJDSMAN protesteert ten slotte nog tegen de
uitlating van den heer G r u ij s in zake de verantwoordelijk
heid van den Directeur.
De VOORZITTER zegt, dat de moeilijkheden bij Open
bare Werken zóó groot zijn, dat Burgemeester en Wethou
ders na ontvangst van de gewichtige nota van den Directeur
gemeend hebben dit voorstel nogmaals in den Raad te
moeten brengen, opdat dit College zich wel bewust zou zijn
van de verantwoording, welke het op zich neemt door dit
plan te verwerpen. Men moet echter het zakelijke en het
persoonlijke daarbij weten te scheiden en het persoonlijk
element geheel buiten het debat laten. Als men de zaak
zoo beziet en het zwaarst laat wegen wat het meest urgent
is, dan moet men toegeven, dat nu de gelegenheid zich
voordoet, de, bureau-ruimte aan Openbare Werken ten spoe
digste dient te worden uitgebreid. Het College heeft dan
ook dit voorstel den Raad nogmaals aangeboden teneinde
later het verwijt te ontgaan, niet voldoende gewicht te hebben
gehecht aan de nota van den Directeur over deze zaak.
De heer GRUIJS verklaart, dat hij met zijn uitlating be
treffende den Directeur geen oogenblik bedoeld heeft klei
neerend over diens dienstprestaties te spreken, doch wijst
deze de verantwoordelijkheid verder af, dan blijft spr. bij
zijn meening, dat de Directeur dan weg moet gaan of de
Raad de verantwoording moet overnemen.
De heer HORNIX vraagt, wat er gedaan is om den heer
de Wolf aan een andere wonig te helpen. Spr. constateert,
dat men voor den heer de Wolf een woning had kunnen