13 JUNI 1921.
289
huren, doch dat zulks niet is geschied, hoewel den heer
L ij d s m a n dat pand was aangewezen.
De heer LIJDSMAN deelt mede, dat bedoelde woning
buiten de gemeente gelegen is.
De VOORZITTER zegt, dat er pogingen in het werk zijn
gesteld om een andere woning voor den heer de Wolf
te vinden, doch men kan toch voor een ambtenaar geen
woning buiten de gemeente koopen of huren.
Ten slotte verklaart spr., dat, hoewel men zegt dat Bur
gemeester en Wethouders een zwakke zaak verdedigen, het
College er geen spijt van heeft dit voorstel hier nogmaals
te hebben ingebracht.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders hierop in
stemming gebracht, wordt verworpen met 13 tegen 5 stemmen.
Tegen stemden de heeren van Dijk, K o r t e w e g,
Cerutti, Bogmans, Martens, Me ij vis, Gruijs,
Mevrouw Neve-Reintjes, Kluft, Hornix, Ran
ters, Haaiman en Clement.
Vóór waren de heeren L ij d s m a n, F e b e r, Moll,
Loomans en van Groenendael.
De heer Schrauwen was bij deze stemming niet tegen
woordig.
De heer HAALMAN stelt naar aanleiding van dit votum
voor, het College uit te noodigen ten spoedigste een voor
stel in te dienen tot verhuring van het pand Sophiastraat
n°. 10 aan den heer Baijings.
De heer CERUTTI vindt zulks onnoodig, daar de wil van
den Raad thans genoegzaam is gebleken.
Het voorstel van den heer Haaiman wordt daarop in
stemming gebracht en aangenomen met 11 tegen 7 stemmen