28 27 JANUARI 1921. „beweegkracht zal door haar mede behooren te worden „getoetst aan de bezuinigings-idée. Samenstelling. „Naar de meening van ondergeteekende zal de beste voor- „lichting worden verkregen, indien het zou gelukken de „Commissie samen te stellen uit zaakkundige, degelijke „mannen van ruime ervaring, die zich beschikbaar willen „stellen om met hun kennis en ondervinding het gemeente- belang te dienen. „Gelet op de omvangrijke en zoo veelzijdige taak welke „der Commissie wacht, komt het ondergeteekende gewenscht „voor haar, voor zooveel mogelijk, samen te stellen uit de „volgende categorieën van personeneen financier, twee „kooplieden, twee industriëelen, een bouwkundige, een tech noloog, een arts of een apotheker, een accountant, een „deskundige op onderwijsgebied, een deskundige van politie taken en een Middenstander. „De uitnoodiging om in de commissie zitting te nemen „zal moeten uitgaan van Burgemeester en Wethouders „wordt de uitnoodiging aanvaard, dan behoort ook aan dit „College de bevoegdheid te worden gelaten, om de uitge- „noodigden tot leden der Commissie te benoemen. Zou men „daarentegen die benoeming aan den Raad laten en alzoo „de mogelijkheid openen, dat een uitgenoodigde niet werd „benoemd, dan is het gevaar verre van denkbeeldig, dat „men, ter vermijding van een échec bij de benoeming, de „uitnoodiging zal afwijzen. Het voordragen van personen, „waarvan men niet te voren weet, dat zij eene benoeming „zullen aanvaarden, heeft uit den aard der zaak geen zin. „Zij zou de samenstelling der Commissie en daardoor ook „de oplossing van het bezuinigingsvraagstuk slechts belang rijk vertragen. „Dit belet intusschen niet om den Raad vrijheid te laten „om in eene besloten zitting namen te noemen van personen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 28