292
13 JUNI 1921.
36. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wij
ziging van de salarisverordening voor rector, leerare'n en
amanuensis aan het Gymnasium in verband met de opmer
kingen van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten bo
vengenoemde verordening overeenkomstig het voor
stel van Burgemeester en Wethouders opnieuw vast
te stellen.
37. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wij
ziging van de salarisregeling van directeur en leeraren aan
de Ambachtsschool en Avondschool voor ambachtslieden,
luidende als volgt
„Van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen ontvingen wij de hierbijgaande circulaire met daarbij
„behoorenden leidraad, bevattende eenige gegevens waarnaar
„Zijne Excellentie de salarissen van het personeel der van
„rijkswege gesubsidieerde nijverheidsscholen vanaf 1 Januari
„1920 gaarne berekend zag.
„Deze circulaire met bijlagen werd door ons in handen
„gesteld van de commissie voor de Ambachtsschool, die ons
„daarop deed toekomen het advies dd. 9 Februari 1920, n".
„545, hetwelk wij de eer hebben hierbij ter Uwer kennis-
„neming over te leggen.
„Zooals uit die circulaire blijkt, wenscht de Minister aan
„den „leidraad" terugwerkende kracht te zien toegekend tot
„1 Januari 1920 en geeft Zijne Excellentie tevens in over-
weging de pensioensstortingen der leeraren, eveneens vanaf
„dien datum voor rekening der gemeente te nemen.
„Uit de mede hierbij overgelegde becijferingen blijkt, dat,
„indien aan het verlangen van den Minister wordt tegemoet
„gekomen, de bezoldigingen van het onderwijzend personeel
„der Ambachtsschool over 1920 eene meerdere uitgaaf zullen
„vorderen van f 15950,en van die van het personeel der
„Avondschool voor ambachtslieden van f 1982.