13 JUNI 1921.
301
Er bestaat bij mij geen bezwaar op de vragen betref
fende straffen van twee politieagenten te reageeren. Ik ben
op dat punt geenszins afkeerig van toegankelijkheid en
wil gaarne inlichtingen geven voor zoover dat met de uit
oefening van mijn verantwoordelijke taak strookt.
Wanneer ik dan hier eenige mededeelingen doe, laat ik
er buiten wat niet direct met de quaestie te maken heeft
ik begeef me dus niet in de op vergaderingen opeenge
stapelde onjuistheden en insinuaties, ook van zeer belee-
digend karakter, die ten slotte wel zelf degenen, die haar
geuit hebben, zullen straffen. Daarbij moet ik evenwel één
uitzondering maken en wel ten aanzien van eene beschul
diging, die den Commissaris van Politie betrof en in eene
vergadering op 3 dezer werd geuit. Deze functionnaris ver
zocht mij een onderzoek in te stellen, opdat de absolute
onjuistheid van die beschuldiging in het volle licht zoude
treden. Er was gezegd door den heer van Putten,
Voorzitter van het hoofdbestuur van den Algemeenen Bond
van Politie-personeel in Nederland, dat er personen in de
omgeving van den Commissaris van Politie waren, die hun
promotie te danken hadden aan het feit dat zij hem geld
hadden geleend. Welnu alle leden van het hoofdpersoneel,
dus zoowel de inspecteurs, de adjunct-inspecteurs, de bureel
ambtenaar, als de hoofdagenten-rechercheur en hoofdagen
ten-controleur hebben elk voor zich persoonlijk verklaard
nimmer geld aan den Commissaris van Politie alhier geleend
of gegeven te hebben, noch ooit daartoe te zijn aangezocht.
Zoo noodig zullen zij deze verklaring onder eede bevestigen.
Tot de zaak komende, wensch ik nu, zonder daarbij een
antecedent te willen stellen, dat mij zou nopen met be
straffingen in het politiecorps bij herhaling Uw Raad lastig
te vallen of dat U zou dringen mij daaromtrent toe te
spreken, U slechts mede te deelen, dat de feiten waar
over het gaat deze zijn de agent van politie J. H. Smits
heeft op 5 Februari j.l. zich op een druk bezocht bal in
het vergunningslokaal de Graanbeurs aan de Reigerstraat