3°4
13 JUNI 1921.
ook vele goede elementen zijn, toonen, dat zij naast waar
deering voor hetgeen er onzerzijds en door Uw Raad te
hunnen behoeve geschiedt, prijs stellen op eene goede,
nauwgezette plichtsvervulling, die den dienst slechts kan
veraangenamen.
Ik deel nog mede, dat een U bekend tweetal adressen
zijn ingekomen sinds het uitgaan van de agenda een van
het Hoofdbestuur van den Algemeenen Bond van Politie
personeel in Nederland d.d. 7 Juni 1921, waarbij onder
overlegging van de U bekende motie's wordt aangedrongen
op het instellen van eene commissie van onderzoek uit Uw
midden, een ander ongedateerd en niet onderteekend van
de afdeeling Rotterdam van genoemden Bond. Ik mag aan
nemen, dat deze adressen door U in mijne handen worden
gesteld ter afdoening.
Ten slotte voor mijn wangedrag behoef ik geen bloemen.
Wijl niemand meer het woord verlangt, sluit de V o o r-
z i 11 e r de vergadering.