J 30 JUNI 1921. 311 Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde 2. Beschikkingen van de Gedeputeerde Staten van Noord brabant op adressen van personen, die ber'oep hebben inge steld tegen hun aanslag in de plaatselijke directe belasting naar het inkomen voor het dienstjaar 1919/1920, als: a. in dato 8 Juni 1921, G, n°. 75, waarbij de aanslag van P. J. M. H. B o o t s wordt teruggebracht op f 41,60, berekend naar een vermoedelijk inkomen van f 4000, b. in dato 15 Juni 1921, G, n°. 428, waarbij de aanslag van de weduwe L. P. A. de B r u ij n-v an Meel wordt teruggebracht op f 39,53, berekend naar een vermoedelijk inkomen van f i960, c. in dato 15 Juni 1921, G, n°. 444, waarbij de aanslag van W. P. A. S e ij n wordt gehandhaafd d. in dato 15 Juni 1921, G. n°. 427, waarbij de aanslag van C. J. Rops wordt teruggebracht op f 19,77 be rekend naar een vermoedelijk inkomen van f 1900, 3. Besluit van de Gedeputeerde Staten voornoemd, dd. 8 Juni 1921, G, n°. 94, waarbij goedkeuring wordt verleend aan het raadsbesluit van 29 April j.l. tot wijziging van de begrooting voor het dienstjaar 1921 in verband met de toe kenning eener verhoogde subsidie aan de Algemeene Zang en Muziekschool. 4- Adres van het bestuur der Algemeene Middenstands- vereeniging voor Breda e.o., verzoekende in de gelegenheid te worden gesteld tot het aanwijzen van candidaten voor de Commissie van toezicht op de Handelsavondschool. De VOORZITTER merkt hierbij op, dat met den wensch van de vereeniging rekening wordt gehouden via de com missie en stelt vervolgens voor, al deze stukken voor ken nisgeving aan te nemen. Daartoe wordt besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 311